Boven: La promenade interrompue. Tekening: Garnier-Salbreux. Le Sourire februari 1921.

Onder: Gedicht van Slauerhoff. Uit Serenade. Letter: Lutetia. 1941. Eerste druk was in 1930.

Toeval? Als ik toevallig dit bundeltje van Slauerhoff pak en dit gedicht lees, denk ik direct aan die prent in le Sourire. En jawel op nog geen meter afstand ligt die map en ik vind ik die prent binnen 10 seconden.....toeval? Nee hoor, ik had net opgeruimd. Blijft de vraag of dit onderwerp nu een mannen- of een algemene vrouwenfantasie is. Want ook het sprookje van Roodkapje schijnt een sexuele ondertoon te hebbben... maar wat te denken van de prins op het witte paard? Anyway, ze konden fantastisch illustreren en drukken in de vorige eeuw. En dat is even schrikken: het is al weer bijna 100 jaar geleden. Gelukkig wordt er nog getekend. Alleen de Lutetia per kilo kopen, dat is er niet meer bij. Hoewel de Lutetia nooit gedigitaliseerd is, vond typedesigner Berton Hasebe in de loden letter van Jan van Krimpen wel deels de inspiratie in voor zijn lettertype Alda. Zo zie je maar weer waar alleen al het lezen van een gedicht toe kan leiden.


Alda was designed during the study of Hasebe at the 2007-2008 Type and Media program, a Master course at the Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK) in The Hague, The Netherlands.

 

'En nadien bleef er niets dan een volkomen weten,

een zuiverheid waarin wij beiden stonden

licht en verheven, en hoe de verrukkingen der monden

 

aarzelend eerst, dan wild, elkander vonden

in een ontmoeten heidensch en bezeten,

dat ik om eene nacht al andre moest vergeten.'

 

Jan Campert. Een Nacht. Uit: De Bron, A.A.M. Stols Bussum 1927. Oplage 200 ex. Nr. 149.

 

 

 

Aap, Noot & Myriad

Leesboekje voor letterkundigen in de dop...

Wie de eerste schreden zet op het typografische pad, komt al ras de Helvetica tegen...

 

Honderden brieven en mails moet de Volkskrant hebben ontvangen toen ze bij een artikel over lettertypen, en met name over de meest populaire, de Helvetica, de Myriad afdrukte... dat is ongeveer net zo'n uitglijer als bij een verhaal over de toren van Pisa, de Eiffeltoren afbeelden.

De typografen die de lettertypen nog als gloeiend lood met de lepel kregen ingegoten, weten bijna op de tast het verschil tussen de twee lettertypes. Het is te hopen dat het plaatje in de krant niet in het boek van Simon Garfield staat (Precies mijn Type) anders kunnen ze het beter meteen weggooien. We zullen er niet veel aan missen, zoveel onzin wordt er verkocht. Zo zou Berthold Wolpe, de ontwerper van de Albertus, beeldhouwer zijn geweest. Hij is even leerling geweest bij een bronsgieterij, daarna bij een goudsmid. Leerde metaal te bewerken, en dat moet ook de grondslag hebben gelegd voor zijn latere inscriptiewerk in diverse materialen. In de workhop van Rudolf Koch leerde hij het letterontwerpvak.

Toen de nazi's Wolpe een briefje stuurden met de mededeling dat hij Niet-Arisch was en dat het hem derhalve niet meer was toegestaan als grafisch ontwerper de Duitse kulturele 'waarden' te verspreiden, koos hij eieren voor zijn geld en vertrok naar Londen. Daar werd hij een succesvol ontwerper.

Over de smaak van de heer Garfield, die onder andere dol is op de Comic Sans en lettertypen met schreven 'stekelig' vindt ogen (de Albertus heeft dat dan weer niet vindt hij, maar deze letter behoort dan ook tot de Incisen, de lettersoort van de steenhouwer, waarbij een rudiment van een schreef aanwezig is) zullen we het verder maar niet hebben.

Opmerkelijk is dat de man verkondigt dat je geen 'patent' op een lettertype kunt krijgen. Nee, natuurlijk niet, patent wordt verleend op een vernieuwende uitvinding en niet op een mooi schilderij. Garfield vergeet echter te vermelden dat je wel auteursrecht hebt op het ontwerp van een letter en dat de software die de vorm beschrijft wel degelijk tegen misbruik beschermd is.

Mr Garfield is a strange Character. I can't say he 's Just My Type.

Kortom: een leuk werkje voor letterkundigen in de dop.

Niveau: groep 3.

 

 

 

14 lettertypes van de 168.000. De EU zal ongetwijfeld ook het ontwerpen van nieuwe letters gaan verbieden. Er zijn er genoeg. Teveel zelfs. En elke seconde worden er weer 16 nieuwe geboren. Het moet gewoon stoppen! Nu. Die bandeloze creativiteit moet ingeperkt worden. Terwijl fabrieken voor zonnecellen aan de lopende band ontmanteld worden, zitten we wel de hele dag op onze reet om 'nieuwe' letters te ontwerpen. Dit kan zo niet langer doorgaan!!

 

 

 

Spread uit een Kwadraatblad van Steendrukkerij De Jong & Co te Hilversum (1970) met als onderwerp het Nieuwe Alphabet van Timothy Epps (ontwerp samen met Dr. Cristopher Evans van het National Physical Laboratory). Aan het alfabet ligt een grid ten grondslag van 5 eenheden (5 x 5).

'In de kinderjaren die het mechanisch brein thans doormaakt, staan verscheidene wegen open voor een verdere ontwikkeling', zo luidt de intro.

Daarmee is bijna alles gezegd over dit ontwerp. In feite keerde de ontwerper terug naar de kinderjaren van het schrift, het spijkerschrift, de knopen in een touw, de hieroglyphen en de kerfstok. De weg die werd bewandeld was een doodlopende: maak een lettertype dat zowel door mens als machine kan worden gelezen...Toen het alfabet af was, was de machine al mijlen verder, de mens verbluft achterlatend...

Vandaag de dag 'lezen' een scanner en tekstherkenningssoftware bijna alle lettertypes. Daarnaast is er de streepjescode (machinaal leesbaar) en de magneetstrip/chip. Er is geen enkele behoefte aan 'machineschrift' (de OCR-cijfers op een accept-giro lijken erg veel op die van de Courier).

De moraal van het verhaal: ga nooit op je hurken zitten om een machine te plezieren, leg daarentegen de lat hoog. De machine moet maar inburgeren en de taal leren. Dat is dus gelukt. We mogen nog steeds de Perpetua, de Romulus en de Spectrum gebruiken. God zij dank is het nooit wat geworden met dit onleesbare, papiervretende 'hakenkruis-type'...

 

 

 

 

 

 

(Perpetua van Eric Gill, text: Beatrice Warde, Monotype)

 

HET BOEK IS OP STERVEN NA DOOD zeggen ze, maar Emile de Vries, de twee jaar geleden overleden graficus die in tal van bladen onder de penname ALDUS zijn kritische stukjes mocht publiceren en in zijn boekje Allemaal Flauwekul bovenstaande prent van Monotype liet afdrukken, voorspelde al in 1961 (!) dat we straks niet meer lezen.

'Nog even (50 jaar?)', schreef hij, 'en u ontvangt een hoor-kijkweekblad in huis. U draait de sono-visieband af op een door het weekblad in huur afgestaan apparaat.'. (Hé, dat is een tip voor de Volkskrant!) 'Door middel van een vernuftig keuzesysteem bent u in staat dit weekblad net zo schots en scheef door elkaar te lezen, als uw huidige gewone weekblad. U kunt het onderwerp eruit pikken dat u graag ziet en hoort, een koptelefoontje voorkomt lawaai in de woonkamer. Als uw vrouw vraagt 'Heb je nog een stukje sono-visie voor me Jan?', dan kunt u daaraan voldoen, want er is een apart bandje voor mevrouw. Zij heeft vanzelf ook zo'n handige sono-visualizer op de schoot.'

Dit was een spectaculaire voorspelling die ALDUS deed. Vooral omdat exact 50 jaar na z'n column De Volkskrant met z'n I-pad kwam! Maar we lezen nog! De letter bestaat nog!

Words, not to perish on waves of sound, but fixed in time.

We willen nog steeds zwart op wit terug kunnen lezen wat er gezegd is, we drukken meer dan ooit en de printers op de kantoren draaien op volle toeren. Woorden, we kunnen ze niet loslaten, we willen ze gewoon vast kunnen pakken. Woorden op papier.

 

Fabulae Aesopi gedrukt rond 1600...

 

 

Direct-Mail uit 1906! Uitnodiging voor de herfstmodeshow door modehuis Ventura in Milaan, dat ook de Koninginne-Moeder kleedde. (Lichtdruk van de Regina-Madre ingeplakt op cover)

Ik denk dat dit exemplaar uniek is, want wie bewaarde in die tijd, met name in de hogere kringen, folders?

Ik vond de brochure, met reliefdruk in goud en handgeknoopt strikje, (de borden met 'Bijtende honden' luchthartig negerend), tussen een stapel drukwerk uit die tijd in een verlaten huis, jaren geleden op een Italiaans landgoed. Fundgrube! We leren hieruit dat de marketingmethoden in honderd jaar niet zo gek veel veranderd zijn. Alleen naar de 'Mantelli Automobile' is heden ten dage niet meer zoveel vraag ...

 

 

De Volkskrant kan 11% dunner. Ook de tekstletter die de krant gebruikt (de Capitolium van Gerard Unger) is vrijwel monospaced. Met een paar simpele ingrepen kan de krant per dag 11% papier besparen. Waarom doen ze dat niet? Dat ligt een beetje aan de ontwerper. Met flink wat gaten tussen de letters past het altijd en vallen de storende 'kerning-fouten' zoals bij L-A, AOW, A-v, h-y, f-y niet op.

We hebben de Georgia van Microsoft eens op de snijtafel gelegd en komen tot een besparing van gemiddeld 11%. Bijkomend voordeel is dat het ook typografisch beter oogt.

Reken maar dat dit bij een produktie van een krant veel scheelt. Papier, transport, milieu.

 

Ook de Atlantische Commissie verkoopt veel lucht... in haar jaarverslag over 2010. Als je de letters met een vergrootglas bekijkt, zie je dat er geen enkele poging tot kerning is gedaan. De tekst lijkt wel bedoeld voor Ot en Sien, als oefen-leesplankje. Toch is het jaarverslag 'ontworpen'. Ooit was het mode (in de reclame): een heleboel spatie tussen de letters gooien. Maar in feite is het onleesbaar, plus dat het natuurlijk een heleboel papier kost.

Met wat knip- en plakwerk hebben we in de onderstaande tekst de lucht er uitgehaald, en ziehier (in rood) de pure winst.

Het zou me niet verbazen als de Europese Commissaris voor Milieuzaken binnenkort de aanval opent op de 'lazy dogs' onder de typografen.

Scrabble-letters worden verboden in de EU, net als de gloeilampen. Met een klein beetje inspanning kunnen we zo wel een compleet regenwoud redden...

(Er schijnt overigens in Duitsland bij URW/DTL hard gewerkt te worden aan een universeel kerningprogramma. Als die software goed werkt, zou dat een zegen zijn voor het milieu én de boekverzorging...)

 

 

 

Krijgen deze mensen nog subsidie Halbe? Intrekken! Gauw!

Artez, met nota bene drie kunsthogescholen, is niet in staat zich fatsoenlijk te presenteren. De externe uitingen worden kennelijk verzorgd door de mevrouw van Personeelszaken die zo handig is met haar tekstverwerker.

 

Ze heeft de TIMES en de Verdana, kan de functie underline gebruiken en weet alles van centreren. Wat wil je nog meer? Meer hoef je toch niet weten van typografie? (Misschien kan iemand haar voorzichtig in 't oor fluisteren dat ze niet zulke lange, onleesbare regels moet maken; maar voorzichtig hoor, want zo ziek thuis, is een goede kracht, kunnen we niet missen...)

Dat vak kan dus mooi geschrapt worden.

De dansopleiding wil wel echt vernieuwen en zoekt een innovator!

Waarschijnlijk dansen ze in Arnhem en omstreken dus nu nog in een hobbezak de klompendans tegen een DelftsBlauwe achtergrond.

Boven de ingang van de kunstacademie, waardoor de keurig geuniformeerde jongens en meisjes 's morgens ordelijk naarbinnenstromen, hangt deze tekst, kunstzinnig uitgevoerd in langs de Veluwezoom gesprokkeld berkehout:

DOE MAAR GEWOON, DAN DOE JE AL GEK GENOEG

(Terwijl de Arnhemse ontwerper Fred Smeijers prachtige letters heeft ontworpen, waaronder nota bene de Arnhem ...!)

 

 

-----------------------------------------------------------------------------------

 

logo POSTNL MAKE-OVER

Misschien kan postnl beter een andere naam bedenken, (da's goedkoper dan alle wagens om te stickeren), want we zullen het blijven zien: een ernstige typografische fout maakt dat nl visueel naar beneden zakt.

Elke letterontwerper weet het: letters met rondingen moeten iets over de baseline heen steken.

De jongens van het bureau beweerden dan wel dat ze zelfs een apart lettertype hadden ontworpen, maar gezien dit typografisch hoogstandje geloof ik daar weinig van. Ze hebben wat zitten hakken in Illustrator en dat was het dan. Want wat was het mooi geweest om van de st een ligatuur maken. Een schot voor open doel... Jammer! Gemiste kans.

 

+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

 

 

Weer een doodsbericht. Nu uit Arnhem. Daar schijnt iets te doen te zijn, maar god weet wat. De opmars der dyslectici.

 

(het geel heb ik zelf nog bedacht om een opkomende depressie de kop in te drukken...)

'Weet jij waar dat is, café Amber?' zei mijn vrouw. Ik zei: 'Nee joh, dat is een tijdelijk café ter gelegenheid van de Mode Biennale in Arnhem. Die heeft als thema 'Amber'. Hoewel de hele stad vol hangt met posters en vlaggen en de brievenbussen uitpuilen van de programmaboekjes en folders, was de boodschap toch niet overgekomen. Terwijl ze toch altijd- vooral als het om kleren gaat - heel goed uit d'r doppen kijkt.

Toegegeven, het logo is tamelijk onleesbaar, de m is eigenlijk een w, en de r een v, maar goed, als je het eenmaal weet, vergeet je het nooit meer, dat scheelt. Een ander minpuntje is dat het een beetje negatief naar beneden van de pagina afzakt... Het is natuurlijk vrolijker als een tekst omhoog loopt, ins Blaue hinein, maar rond de Mode Biennale in Arnhem hangt dit jaar toch een beetje de sfeer van het doemdenken, de zinloosheid van het bestaan, de donkere krochten van de klerenkast en dan is zo'n self-liquidating logo, natuurlijk best wel toepasselijk.

Dan het omdraaien en spiegelen van letters. So van voor de jaartelling... Leonardo da Vinci deed het al, maar die wist niet beter. Dyslectisch dus. Net als Pablo Picasso, John Lennon, Wubbo Ockels, Jamie Oliver en Albert Einstein. Okee, je mag dus alles worden als je dyslectisch bent, je mag de Mona Lisa en de Guernica schilderen, pottenbakken, de ruimte bevaren, Yoko Ono trouwen, E=Mc2 bedenken, maar nee, nee, word in godsnaam geen grafisch ontwerper.

Grafische ontwerpers zijn bescheiden mensen die zichzelf het liefst wegcijferen en andere mensen gewoon de weg willen wijzen. Zij gebruiken leesbare lettertypen, nooit wit op zwart, nooit gespiegeld, en als ze een thema als Amber op hun tekenbord krijgen, zullen de goedwillenden onder hen proberen met die kleur iets te doen. Alle beetjes helpen immers in de communicatie.

Maar het heeft er alle schijn van dat men dit in Arnhem gewoon verdomt. Men gooit de kont tegen de krib. Geen kleur, bodytext zo groot en lomp dat het lijkt alsof het uit de stempeldoos komt. Uit alles spreekt: wij doen geen enkele concessie. 'Wij zitten hier niet om u de weg te wijzen, of om u iets te verkopen. Dit is kunst en het is niet voor iedereen weggelegd dat één-twee-drie te begrijpen. Maar heeft u de boodschap eenmaal ontcijferd, dan zullen uw dagen nooit meer dezelfde zijn. Amber zal met haar zwartberoete kolenschopjes uw hand pakken en u vergezellen op uw verdere tochten, troosten en bijstaan als u weer eens eindeloos weifelend voor de spiegel staat, geconfronteerd met de kwellende vraag: 'Wat zal ik vandaag aantrekken?' Toch maar weer zwart?

 

 

 

 

Het wordt hoog tijd dat de designpolitie een inval doet bij de ontwerpers van de beeldrechtorganisatie Pictoright. (Dit wonderschoon affiche is trouwens bij mij te koop voor 999 euro incl. verzendkosten; u begrijpt ik wil het eigenlijk niet kwijt).

Deze 'typografen' hebben een verschrikkelijke hekel aan letters. Je zou zeggen: dan zoeken ze toch een ander vak? Maar nee hoor, ze blijven stug volhouden dat dit design is. Al jaren achterheen drijven ze mij tot razernij met hun zwartgallige druksels en knipsels. Ook van 'beeld' (terwijl hun broodheren juist van beeld moeten leven) moeten ze niks hebben. Vinden ze foeilelijk. En totaal achterhaald. Beeld is so yesterday. Bij voorkeur schilderen ze zwarte vlakken, waar de ontvanger dan kennelijk zijn eigen beeld in moet plakken.

De Malewitsjen van de hoofdstad haten wit. Zwarte Uitzichtloze Gaten willen ze zien, inktzwarte gaten.

Maar ik denk dat ik weet hoe het komt.

Pictoright (voorheen Beeldrecht en de Visuelen) beschermt het copyright van beeldende kunstenaars. Men is zo bang dat men zich aan water gaat branden, dat men geen plaatje meer durft af te beelden. Er zou eens copyright op kunnen zitten ...en dan zouden ze zichzelf moeten beboeten. Uit alles spreekt de angst uit te glijden, een misstap te begaan.

Deze organisatie propageert zo te zien niet het afbeelden, het plezier, de kleur, het licht, de kunst, maar zoekt de schaduw en de grauwheid van het bestaan, ziet het als haar roeping roetzwarte angst te zaaien voor hel en verdoemenis.

Deze doodgravers staan erop hun eigen graf te graven. Dat is duidelijk. Een diepe kuil in de zwarte aarde. Hun zerk is een sobere zwarte steen. Zonder tekst. Geen frivoliteiten. Geen bloemen, geen toespraken. Er was al geen teken van leven voor de dood, laat staan dat er leven na de dood zou zijn. Dood is gewoon dood.

Kijk jongens, zo werd er vroeger (tot plusminus 1970) met de hand gezet. In de zethaak zie je loden letters van de Lettergieterij Amsterdam (LA). Letters kocht je toen per kilo. Ze waren dus zwaar en duur. Alleen drukkers mochten letters kopen. Zo werd het vak beschermd. Dat is nu wel anders, maar nog steeds blijven letters duur. Je zou zeggen die 26 letters in een alfabet zijn van iedereen, maar dat is niet waar. Ze zijn speciaal ontworpen en er zit copyright op. Je mag ze gebruiken, maar ze worden nooit echt jouw bezit.

Als je vroeger affiches wilde drukken, had je grote, uit palmhout gesneden letters nodig. Hieronder zie je waarschijnlijk de grootste houten ampersand ter wereld, een ander woord voor het &-teken. De letter is maar liefst 21 cm hoog (558.5 punts) en nog perfect vlak. Vergelijk dat met de loden lettertjes die je ziet, dat is 16-punts handzetsel uit de Folio mager van de Bauersche Giesserei.

(Drukkers werken met augustijnen, cicero's of pica's en daarin gaan 12 punten; een punt is 0.376 mm).

&-tekens verzameld door de typograaf Jan Tschichold.

Hieronder een afbeelding van - bijna op ware grootte - een oud Frans boekje in boekdruk= dat is de naam voor een drukmethode die met hoogteverschillen werkt. (plm 1850)

Met de hand gezet uit piepkleine loden lettertjes, een waar kunststukje. Je ziet ook duidelijk de 'moet', de zichtbare indruk van de loden letter in het papier. Eigenlijk mag dat niet, vonden (boek)drukkers, (er is nauwelijks nog een boekdrukker te vinden) maar echte typofielen vinden het prachtig. Er is geen mooiere druk dan boekdruk vinden ze. Je moet die letter zien en voelen. Offset (vlakdruk) is - letterlijk - veel vlakker, de pagina heeft minder kleur.

De perfectie van modern drukwerk doet soms zeer aan de ogen. Mag het iets minder mooi, een kleine imperfectie, een beetje ambachtelijkheid? Waarbij we denken aan ontwerpster Hella Jongerius die perfect gebakken kopjes meteen in de afvalbak kiepert. Te mooi om waar te zijn...

DE mooiste vondst, die een ereplaatsje heeft gekregen in mijn bibliotheca typographica, deed ik bij de S.O.S.-kringloop in Den Bosch: 3 puntgave, hagelnieuwe nog niet opengesneden uitgaves van de Maastrichtse meesterdrukker Charles Nypels uit 1926. Ik liet me niet van de wijs brengen door de wat vaal ogende omslagen; ik wist dat dit Oud-Hollandsch duifgrijs omslag was, dat niet al te lichtecht is, de reden waarom de familie waarschijnlijk had besloten er afstand van te doen en ze naar de kringloopwinkel te brengen. Ik greep ze verbijsterd vast en liet ze niet meer los.

TOEN ik de boekjes opende, raakte ik helemaal buiten zinnen: uit eentje (Trilogie der Leidenschaft van Goethe) dwarrelde een visitekaartje van de meesterdrukker himself. Achterin, bij het colophon, stond in rood potlood met de hand geschreven dat dit exemplaar bestemd was voor K.J.L. Alberdingk Thijm... getekend C. Nypels, oct '27. Oplage 120 exemplaren...Letter: Grotius. Papier: Ossekop.

Pandora, ein Festspiel van Goethe, had ook een oplage van 120 exemplaren en werd eveneens gezet uit de Grotius van S.H. de Roos (inclusief initialen). Ik was erg verguld met nummer 80, gedrukt op houtvrij Ossekop-papier van Van Gelder Zonen Amsterdam.

Het derde exemplaar was getiteld Schetsen van Lodewijk van Deyssel, zoals bekend het pseudoniem waaronder voornoemde Alberdingk Thijm schreef...

(Karel Joan Lodewijk Alberdingk Thijm (Amsterdam, 22 september 1864 - Haarlem, 26 januari 1952).

De oplage blijft beperkt tot 300 boeken, waarvan dit nummer 263 is, zo vermeldt het colophon. Voorin vinden we een door S.H. de Roos vervaardigd portret van de schrijver, getekend naar het leven in juni 1926.

Alle drie exemplaren hebben op het omslag het in goud gestempelde monogram/drukkersmerk van Charles Nypels. Het binnenwerk is in zwart en rood uitgevoerd.

EEN andere spectaculaire 'Bossche' vondst: een geschenk aan vrienden van (well-known typographic designer) Ruari McLean en George Rainbird ter gelegenheid van Christmas 1954 geillustreerd door Eppo Doeve, gezet uit de 24-point Monotype Bembo and printed on Spicers Enysford White Mould Made Cartridge by the Curwen Press...

Op het zwarte omslag een in goud gedrukt lijncliche.

Achterin draagt Eppo Doeve het boekje op aan de dichter (engel?) Gabriel Smit... Oplage bleef beperkt tot 500 exemplaren for private circulation.

(illustrations copyrighted: not for commercial use, only pictured here for selling purposes)

 

De Tallone van meesterdrukker Albert Tallone

Deze letter werd in 1953 voor het eerst in een Nederlands drukwerkje gebruikt: het Model voor de Uitgever van Corvey papiergroothandel. Gezet en gedrukt in Parijs door de Italiaanse meesterdrukker Albert Tallone in zijn eigen letter, hoe kan het anders, de Tallone.

De Tallone zou zijn aangekocht door de Amerikaanse gieterij Lanston die er matrijzen voor de Monotype van zou gaan maken. Van de letter is daarna weinig vernomen; ik denk dat Monotype 'm nooit heeft uitgebracht.

 

Jaren geleden kocht ik bij De Slegte Het Boeck der Kuskens, GEDRVCKT, ende VVIITGEGEVEN BII A.A.M. STOLS IN 1930.

Aardig om te zien hoe onze taal 'ge-evolueerd' is. Het omslag, bruingrijs gevergeerd papier, oogt niet zo fraai, de cursieve Garamont binnenin op houtvrij Ossekop, is echter schitterend. Stols drukte 200 exemplaren. Ik vraag me altijd af: hoeveel zijn daarvan na al die jaren overgebleven?

 

Herkennen we hierin de hand van Charles Nypels? De Roos van Jericho, gedichten van Martin Leopold, uitgegeven door Het Spectrum Utrecht/Brussel in 1947. Het kan, want Nypels was - meen ik - toen nog typografisch adviseur van Het Spectrum. Grijs lompenpapier, grijs gevergeerd omslag, Garamont cursief, prachtig zwart gedrukt.

Ook onder leiding van Nypels gedrukt: Bloemlezing uit het werk van Karel van de Woestijne (plm. 1936), gedrukt in de handletter Meidoorn (van de private 'Heuvel'press van S.H. de Roos).

Curieus! twee werkjes die veel met elkaar gemeen hebben.

Ten eerste de vorm: Dieuwertje Diekema is een parodie op het bekende gedicht van Weremeus Buning 'Maria Lecina'.

Ten tweede: de 2e wereldoorlog. Kees Stip schreef Dieuwertje Diekema als onderduiker in Siddeburen, de 25e druk die we hier van Maria Lecina zien afgebeeld, verscheen in de vijfde oorlogswinter en werd gedrukt bij Meijer Wormerveer op een snelpers met tandemrijwielaandrijving!

Hieruit kunnen we afleiden hoeveel kracht mensen putten uit het vrije woord, vooral als een wrede bezetter je de mond wil snoeren. Dieuwertje Diekema werd gestencild, gehectografeerd, overgeschreven en doorgegeven, Maria Lecina werd vermenigvuldigd door drukkers die zich in het zweet fietsten om een geknecht volk toch een hart onder de riem te steken.

 

Kees Stip was een dichter. Hij overleed in 2001 op 87-jarige leeftijd. Hij woonde tot aan z'n dood in Sellingen, een 'stip' zoals Ivo de Wijs, die hem vaak bezocht, het dorpje in Oost-Groningen noemde.

'Je woont wel ver weg, Kees', zei Ivo eens bij binnenkomst. 'Maar jij ook', repliceerde Kees.

Zijn ballade van de honderd vrijers werd vele malen herdrukt. Hier een uitgave van Boucher 's-Gravenhage, gedrukt door Joh. Enschede in Haarlem onder leiding van de fameuze Jan van Krimpen. Natuurlijk gezet uit een letter die de typograaf zelf ontwierp: de Romulus.

De prachtige illustraties in het boekje waren van de hand van C.J. Kelfkens.

Hieronder een stukje van de letterproef van Enschede, waarin de beeldschone letters van Van Krimpen een voorname rol spelen.

Hieronder de digitale versie van de Romulus, gemaakt door the Dutch Type Library, onder leiding van Frank Blokland. In 2011 zouden er 54(!) versies uitkomen van de digitale Romulus.

 

De letter van Van Krimpen zou dan alsnog (verdiend) zeer populair kunnen worden.

De Dutch Type Designers doen het verschrikkelijk goed. De basis werd gelegd door het kwalitatief hoogstaande onderwijs op de Nederlandse kunstacademies: Breda, Enschede, Arnhem, maar vooral De Koninklijke Academie voor Beeldende Kunst (KBAK) in Den Haag, met als docent Gerrit Noordzij, leverde diverse, internationaal befaamde type-designers op.

Ik noem bijvoorbeeld Peter Matthias Noordzij die zijn wereldvermaarde Caecilia al in de derde klas van de academie schetste.

In 1983 verscheen bij drukkerij Lecturis Letters in studie, waaruit de hieronder geplaatste schetsen van de Caecilia komen. Opmerkelijk: op de Kindle e-reader prijkt de Caecilia, en ze wordt alom geroemd om haar leesbaarheid!

(27 jaar geleden fotografeerden de studenten hun eerste digitale probeersels van een grof computerscherm, nu leveren ze zelf digitale, haarscherpe fonts voor Nokia's, e-readers, I-phones en I-pads.... als dat geen evolutie is!)

 

Buy this font @ Linotype.com

De studenten van de docenten Noordzij, Verberne, Vermeulen, Brand en Kuipers zijn over de hele wereld uitgewaaierd. Frank Blokland heeft zijn eigen DTL, ontwierp de Documenta, werkt nauw samen met het Duitse URW en ontwikkelt daarmee fontdesign-software. Martin Majoor heeft eveneens zijn eigen 'gieterij' (hij ontwierp o.a. de bekende FF Scala), Lucas de Groot zit in Berlijn en is wereldwijd bekend met zijn (Lucas)fonts (zoals de Thesis), Albert-Jan Pool (FF Din) werkt in Duitsland, heeft een studio (FarbTonKonzept) en heeft ook URW als opdrachtgever. Fred Smeijers (o.a. de zeer succesvolle FF Quadraat) runt nu de eigen fontfactory Our Type, Jelle Bosma is in dienst van Monotype, is hinting-specialist, maar ontwerpt ook, o.a. voor Microsoft. Cristoph Noordzij heeft TEFF, the Enschede Font Foundry, opgezet om befaamde Enschede-letters o.a. van Bram de Does (Trinite en Lexicon, NRC/Van Dale) te digitaliseren; hij ontwierp zelf de Collis. TEFF bracht ook de Ruse van Gerrit Noordzij uit. Peter Verheul werkt samen met Our Type en ontwierp recent de nieuwe letter voor de RijksOverheid.

We kunnen ze niet allemaal noemen; het zijn er teveel. Maar Nederland heeft een klinkende naam in 't buitenland als het om type-design gaat. (En om de software erachter). Maar we mogen zeker niet Gerard Unger vergeten te noemen (o.a. Capitolium, de Volkskrant-letter). Unger werkte actief mee aan de opstart van de digitale revolutie door voor de Digiset de Demos te tekenen, maar werd vooral bekend door zijn Swift. Voor DTL ontwierp Unger de Paradox en de Argo.

Hij studeerde aan de Gerrit Rietveld-academie.

 

Laat de Leeuwen maar in hun hempies staan

Moeten we godbetert ook nog stemmen op Oranje Leeuwen... Ik kan die kleur niet meer zien...Als er sprake is van overkill in de reclame, dan is dit wel een schoolvoorbeeld.

Je kan heel lang doorgaan met het platbombarderen van het volk met vlaggetjes, beessies, leeuwen, toeters en wat al niet meer, maar op 'n gegeven moment komt het de mensen de strot uit.

Het is ook het volkomen gebrek aan creativiteit waar de uitingen mank aan gaan.

Neem nou die commercial van de ING die mee wil dingen naar de Gouden Loeki 2010!

Heeft nou niemand door dat dit een doortrapte marketingcampagne van het Oranjehuis is? Hadden we eerst de PTT en de Postbank (rood en blauw) nu is de PTT geannexeerd door TNT (oranje) en de Postbank door ING (oranje). Het beeldmerk van de Postbank, een LEEUW is nu ook oranje. Knap he? van die reclamejongens. Daar krijgen ze van de vakbroeders vast een prijs voor. Hoe de Oranje Leeuw in de markt is gezet, gepositioneerd dus. Ook nu gaat de ING voor goud, zoals dat in die kringen heet.

Hoe maak je nou zo'n WK-campagne?

Okee, Afrika dat is een landrover, gnoes, zebra's en negers. Doe daar een oranje Leeuw bij, een soort kaasmeisje (Frau Antje) en geef als premium een voetbalspel. Wow! Als je maar niet te hoog grijpt, dan scoor je altijd.

We laten ons bedotten. Alex heeft de regie strak in handen. Weliswaar in de coulissen, maar het merk Oranje is sterker dan ooit. De naamsbekendheid wordt er dagelijks ingeramd, de herkenning is groot. Overal lopen we er tegenaan. De TNT-postbussen, de fel-oranje ING-kantoren met dito leeuwen, de ING-website ('t is dat ik er m'n geld af moet halen, maar het doet wel heel erg zeer aan de ogen) en nou, nou is er nog een Leeuw, Loeki de reclame-leeuw. Mogen we stemmen op de LEEUW, op de LEEUW, op de LEEUW. Laat ze nu eens allemaal in hun oranje hempies staan en ga ook nog niet eens een keer als een sufkutterige slaapslaaf stemmen op een tv-commercial. Elke stem voor Loeki is immers een stem voor Alex! Toch? We won't be fooled again. 't Is mooi geweest.

Had het reclamevak nog maar een kritische geest in de gelederen. Het vak ontbeert duidelijk een luis in de pels zoals Marten Faber dat was, alias de LEEUW van Luxwoude...